We delen vandaag een verhaal van Hanneke Kruiger, een brandweer collega die nog maar kort bij de vrijwillige brandweer van Dronten zat toen er een melding binnen kwam van een persoon te water. Hanneke neemt ons mee in hoe ze dit heeft ervaren en hoe de melding verlopen is. Het brandweervak zit in ieder geval in de familie, want Hanneke heeft het brandweervak overgenomen van haar vader. Veel lees/luister plezier, herken je dingen van jouw eerste acute/serieuze melding?
De pieper gaat, het is 23:38. Ik lig in bed maar was nog niet volledig in slaap. De adrenaline zit gelijk hoog. Ik lees de melding en op een of andere manier schiet de adrenaline nog hoger, dit is serieus. Er is een persoon te water en aan de voertuignummers te zien is er veel aanrijdend, ook de duikers van Harderwijk en Lelystad zijn onderweg. Het is nog even zoeken voor de knoppen op de nieuwe pieper maar het lukt me. Ik en mijn vader vliegen de auto in, draaien de straat op en voor ons rijdt een auto net zo snel weg als ons, een collega zo blijkt.
Het hele korps van Dronten is gepiept maar eenmaal aangekomen op de kazerne laten ze de 1ste TS (25-5531) voor ons, de dienstdoende ploeg, vrij. Erg netjes. De hele ploeg heeft door hoe serieus het is. De laatste man trekt nog net de deur dicht en we rollen al. Met loeiende sirenes rijden we de kazerne uit. Onderweg worden alleen de nodige vragen gesteld en vooruit gedacht. Ik voel de spanning, dit is de eerste serieuze melding voor mij. Onderweg krijgen we te horen hoe we aan moeten rijden en dat de politie al ter plaatse is. Ik rits mijn laarzen dicht en voor het eerst voel ik de adrenaline, mijn benen trillen.
Eenmaal ter plaatse is het gáán. We lopen van de brug af naar het water, het is een meter of 100 tot we bij de politie zijn die het slachtoffer aan de kant hebben gekregen. Het is hun nog niet gelukt haar eruit te krijgen, halverwege word ik teruggestuurd naar de TS, ik moet een deken halen voor mevrouw. Ik vraag aan de pompbediende waar deze ligt en het enige wat hij kan vinden is de wollen deken. Ondertussen komt de ambulance ook ter plaatse. Ik stuur ze door naar het slachtoffer.
Het duurt mij te lang en we kunnen de folie deken niet vinden. Ik besluit alleen de wollen deken mee te nemen en zet hem op een lopen. Ik denk dat ik de eerste 50 meter puur op adrenaline heb gelopen. Al hijgend kom ik aan bij mijn bevelvoerder - Ik neem me al voor vaker in mijn pak te gaan hardlopen - Ik overhandig de deken aan een van de manschappen. Ondertussen hebben ze de mevrouw uit het water. De duikers zijn ook ter plaatse maar zij mogen weer terug. Mevrouw lijkt nogal verward en praat een taal die ik niet versta. Ze lijkt te denken dat wij haar weer het water in wilden duwen en geeft aan dat ze erin is geduwd. De mannen tillen de mevrouw naar de ambulance en nadat we het slachtoffer hebben overgedragen is het voor ons even op adem komen.
We praten met de politie en dan blijkt: dit is de derde keer op rij dat ze mevrouw aantreffen. Mevrouw is dak- en thuisloos en heeft voor haar gevoel geen uitzicht meer uit haar situatie. Ik voel een kleine schok door mij heen gaan. Dit was geen ongeluk, dit was haar bedoeling. Toch raakt het me niet op een of andere manier. Ik weet zeker dat als ik er had gestaan als burger ik hier anders over had gedacht. Bizar hoe snel je je masker ontwikkelt.
Voor ons zit het werk erop dus wij lopen terug richting de TS. Er wordt gevraagd of wij even willen kijken of we een tas tegenkomen, dus ik en mijn vader pakken de zaklamp en kijken elk een andere kant op. Wat ik aantref doet pijn: in een kleine open plek ligt een uitgespreide deken, een action tas en een kleine persoonlijke tas. Blijkbaar is dit waar mevrouw woonde, een plekje in de bosjes. Ik geef door aan mijn bevelvoerder wat ik zie en die laat het weer weten aan de politie, die de spullen van mevrouw meenemen. Nu is het hopen dat mevrouw de hulp krijgt die ze nodig heeft.
Wij lopen terug naar de TS en de donkere humor begint. De eerste grappen gaan voornamelijk over wat er nu wel niet aan de jas van de collega moet zitten die hij om mevrouw had geslagen toen ze e.a. had laten lopen. Terug de trap op naar boven zegt mijn bevelvoerder: “Dit is er eentje voor in je dagboek. Als je nu niet begint komt het er nooit van.” Hij heeft geen idee hoe dichtbij hij zit. De sfeer zit er weer in en het is fijn om te merken dat we er om kunnen lachen met z’n allen. Dit is de beste manier van verwerken: het samen doen.